Nokia 1650 - Opladen en ontladen

background image

Opladen en ontladen

Het apparaat werkt op een oplaadbare batterij. De batterij kan
honderden keren worden opgeladen en ontladen maar na verloop
van tijd treedt slijtage op. Wanneer de gesprekstijd en stand-by
tijd aanmerkelijk korter zijn dan normaal, moet u de batterij
vervangen. Gebruik alleen batterijen die door Nokia zijn
goedgekeurd en laad de batterij alleen opnieuw op met laders die
door Nokia zijn goedgekeurd en bestemd zijn voor dit apparaat.

Als u de nieuwe batterij voor de eerste keer gebruikt of als u de
batterij langere tijd niet hebt gebruikt, is het mogelijk dat u de
lader moet aansluiten, ontkoppelen en vervolgens opnieuw moet
aansluiten om het opladen te starten.

Haal de lader uit het stopcontact wanneer u deze niet gebruikt.
Houd niet een volledig opgeladen batterij gekoppeld aan de lader
omdat de levensduur van de batterij kan afnemen wanneer deze
wordt overladen. Als een volledig opgeladen batterij niet wordt
gebruikt, wordt deze na verloop van tijd automatisch ontladen.

Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren
voordat de batterij-indicator op het scherm wordt weergegeven
en u weer met het apparaat kunt bellen.

background image

24

Gebruik de batterij alleen voor het doel waarvoor deze bestemd
is. Gebruik nooit een beschadigde lader of batterij.

Let op dat u geen kortsluiting veroorzaakt in de batterij. Dit kan
bijvoorbeeld gebeuren wanneer een metalen voorwerp zoals een
munt, paperclip of pen direct contact maakt met de positieve (+)
en negatieve (-) poolklemmen van de batterij. Deze klemmen zien
eruit als metalen strips. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer
u een reservebatterij in uw zak of tas hebt. Kortsluiting van de
poolklemmen kan schade veroorzaken aan de batterij of aan het
voorwerp waarop deze is aangesloten.

De capaciteit en de levensduur van de batterij nemen af wanneer
u deze op hete of koude plaatsen bewaart (zoals in een afgesloten
auto in de zomer of in winterse omstandigheden). Probeer de
batterij altijd te bewaren op een temperatuur tussen 15°C en
25°C (59°F en 77°F). Een apparaat met een warme of koude
batterij kan gedurende bepaalde tijd onbruikbaar zijn, zelfs
wanneer de batterij volledig opgeladen is. De batterijprestaties
zijn met name beperkt in temperaturen beduidend onder het
vriespunt.

Gooi batterijen niet in het vuur. De batterijen kunnen dan
ontploffen. Batterijen kunnen ook ontploffen als deze beschadigd
zijn. Verwerk batterijen in overeenstemming met de lokale
regelgeving. Lever batterijen indien mogelijk in voor recycling.
Gooi batterijen niet weg met het huishoudafval.

background image

25

Ontmantel of sloop de geheugencellen of batterijen niet. Als een
batterij lekt, moet u ervoor zorgen dat de vloeistof niet in contact
komt met de huid of ogen. Als dat toch gebeurt, moet u uw huid
en ogen onmiddellijk met water uitspoelen of medische hulp
zoeken.